Gladheidsbestrijding

Als het door weersomstandigheden glad wordt, gaat de gemeente strooien. Ook bij sneeuwval en ijzel wordt er gestrooid en geschoven. De gemeente houdt met speciale sensoren in het wegdek en weersverwachtingen van Meteo Consult het weer nauwlettend in de gaten.

Wij strooien om gladheid te voorkomen bij voorkeur in de avond, zodat het de volgende dag niet glad wordt. We maken hiervoor het zout nat, zodat het aan de weg plakt. De strooiauto’s hebben automatische systemen, hiermee wordt de hoeveelheid zout aangepast aan het soort wegdek.

Strooiroutes

De strooiroutes worden samengesteld zodat er op ongeveer 200 meter van uw woning een gestrooide route aanwezig is. Doodlopende en smalle straten worden zoveel mogelijk vermeden. Er wordt gestrooid op:

  • toegangs- en doorgaande wegen volgens de vaste strooiroute
  • doorgaande fietspaden (let op: niet alle fietspaden en wegen worden gestrooid)
  • wegen in de buurt van zorginstellingen, winkelcentra, scholen en stations

Let op:  wegen die niet in de strooiroutes zitten, strooien we niet

Rijkswaterstaat

Ook Rijkswaterstaat strooit bij gladheid. Rijkswaterstaat strooit de wegen buiten de bebouwde kom, de gemeente strooit binnen de bebouwde kom.

Informatie

Wilt u meer weten of heeft u opmerkingen over de strooiroutes? Neemt u dan contact met ons op via (0228) 352 352.

De strooiwagens strooien met een combinatie van nat en droog zout.  Strooizout werkt alleen goed als er meerdere auto’s overheen rijden. Hoe meer bewegingen, hoe beter de werking. Op fietspaden strooien we met een hoge concentratie pekelwater. Dit zorgt voor een sneller ingereden zoutbaan.

De gemeente probeert een goede balans te vinden tussen de bescherming van het milieu en de veiligheid van de inwoners:

  • we strooien met natzout waardoor we 30% minder vast zout gebruiken
  • natzout blijft beter op de rijbaan kleven en zorgt ervoor dat het zout niet in de berm waait door wind en verkeer
  • de strooimachines passen automatisch de strooibreedtes en hoeveelheden zout aan per m2 zodat er niet teveel wordt gestrooid als dat niet nodig is
  • door sensoren in het wegdek kunnen we de hoeveelheid restzout meten en wordt er niet gestrooid als er nog voldoende zout ligt
  • als er regen wordt verwacht voor de vorst komt, wordt er pas gestrooid zodra de regenbui voorbij is en het zout niet onnodig wegspoelt